Hij zette afgelopen december een punt achter zijn rijk gevulde carrière als reumatoloog en klinisch epidemioloog. Of nog niet helemaal: hij besloot met het resterende onderzoeksgeld het Opleidingsfonds Klinische Epidemiologie (OKE fonds) op te richten en zal daar de komende tijd actief bij betrokken blijven. Het doel is om jonge clinici van Amsterdam UMC te ondersteunen die de tweejarige masteropleiding Epidemiologie van EpidM willen volgen. Het fonds vergoedt 50 procent van de opleidingskosten. De eerste aanvraagronde is inmiddels geopend.
Jonge garde
“Het fonds is bedoeld voor artsen: promovendi en stafleden die hun opleiding niet langer dan 5 jaar geleden hebben afgerond en die de ambitie hebben om zich te verdiepen in wetenschappelijk onderzoek”, zegt Boers. “We hopen op die manier een jonge, gemotiveerde garde op te leiden die de afdelingen kan versterken.” Dat ligt geheel in lijn met de visie die Boers altijd heeft uitgedragen. Hij richtte bij zijn benoeming in 1997 de afdeling Klinische epidemiologie op aan (toen nog) AZVU/VUmc en bleef er tien jaar afdelingshoofd. “Een van de speerpunten was om dokters ook tot klinisch epidemioloog op te leiden. We wilden dat er op elke afdeling minstens 1 methodoloog zou zijn die kon helpen met de opzet en uitvoering van wetenschappelijk onderzoek en de meest voorkomende vragen kon beantwoorden. Zo zouden de afdelingen zelfredzamer worden, en alleen voor de meer ingewikkelde aspecten bij onze afdeling terechtkomen. Tegelijk kregen wij met onze beperkte capaciteit dan niet telkens dezelfde vragen.”
Duwtje in de rug
Klinisch werk met onderzoek combineren is bijzonder waardevol, weet de reumatoloog uit ruime ervaring. “Omdat je zo sterk verbonden bent met de praktijk, kun je onderzoeksvragen formuleren die direct relevant zijn voor de patiëntenzorg.” Helaas voldoet de methodologische kennis in de basisopleiding van artsen hiervoor niet, zegt Boers. “Ik was bij diverse curriculumvernieuwingen betrokken en heb het wel zien verbeteren. Artsen van nu weten meer over onderzoek dan ik destijds als basisarts. Maar de kennis beklijft niet als je die vervolgens niet toepast. Veel jonge artsen promoveren wel, maar laten het onderzoek daarna voor wat het is. De meeste artsen willen toch patiënten helpen, onderzoek staat nog te vaak op het tweede plan. Ze vinden het wel belangrijk, maar niet om zelf te doen. Terwijl dus juist in de praktijk heel relevante ideeën ontstaan.” De epidemiologie zelf is ook veranderd, met meer focus op onder meer modelleren, big data en genomics. “Met dit fonds hoop ik de clinici die meer ‘klassiek’ epidemiologisch onderzoek willen doen weer een duwtje te geven.”
Puzzelen
Wat maakt een goede epidemioloog? Boers: “Nieuwsgierigheid. Flexibiliteit ook, want er komt veel op je af uit verschillende disciplines. Die breedte maakt het juist interessant, je kunt veel van elkaar leren en ontmoet onderzoekers uit verschillende specialismen en instellingen.” En: graag puzzelen. “Een goed onderzoek opzetten is soms enorm complex. Dat is wat een methodoloog stimuleert: een probleem voorgelegd krijgen dat hij nooit eerder is tegengekomen. Gedreven door de vraag van de kliniek.”
Wil jij de tweejarige masteropleiding tot klinisch epidemioloog volgen en in aanmerking komen voor 50 procent vergoeding van de opleiding (tot een maximum van 8.495 euro) van het OKE fonds? Stuur dan uiterlijk op 10 maart jouw gemotiveerde brief met cv en aanbeveling van je afdelingshoofd naar m.boers@amsterdamumc.nl. Bij hem kun je ook met je vragen over het OKE fonds terecht. Naast Maarten Boers maken Caroline Terwee en Sara-Joan Pinto-Sietsma deel uit van de beoordelingscommissie. Zij maken binnen twee weken na de sluitingsdatum het resultaat bekend. Dit jaar kunnen tien aanvragen worden gehonoreerd.
Meer informatie over de opleiding: www.epidm.nl/masteropleiding.